Het eind van het jaar nadert.
Tijd om ook in het eigen huis eens rond te kijken. Zijn alle voorwerpen in huis nog welkom? Of horen ze bij een fase van je leven, die al lang achter je ligt?
Die vaas daar achter. Cadeau gekregen van iemand die het goed bedoelde. Met veel liefde uitgezocht. Misschien. Maar - je vindt de vaas lelijk. Wegdoen? Onmogelijk. Dat zou hetzelfde zijn, als tegen de gever te zeggen, dat je hem niet mag. Werkelijk?
Waarom hebben spullen zoveel macht, dat ze de ruimte om je heen in beslag nemen, zich opstapelen? Ruimte, die je zo graag voor jezelf wilt hebben. Of zijn het niet de spullen, maar de emoties, die je met hun verbind?
Gemiddeld bezit een mens rond 10.000 (!) voorwerpen. 80 Procent hiervan worden nooit gebruikt. Sommige schatten zelfs, dat je maar 200 voorwerpen gebruikt. Wat is dan met de rest?
Spullen, die niet gebruikt worden, zijn rommel.
Rommel, dat zijn juist niet alleen een kapot kinderfietsje of een paar sokken met te grote gaten. Nee, rommel, dat zijn alle spullen, die óf niet gebruikt óf niet gewaardeerd worden.
Het zijn boeken, die nooit gelezen worden, kleding die ongedragen in de kast ligt, foto’s die nooit bekeken worden.
En als ze dan toch eindelijk weg zijn? Meestal ben je ze zo vergeten. Je voelt je opgelucht.
Voorwerpen kunnen je niet gelukkig maken. Mooie momenten wel. Hiervan mag je zoveel mogelijk verzamelen.